Oude kerk

Op loopafstand van de bed-breakfast ‘In de van Slingelandt’ in de oude binnen stad staat de ‘scheve jan’ de toren van de oude kerk. De oude kerk heet eigenlijk de Sint Bartholemeuskerk omdat de kerk in de dertiende eeuw door Bartholemeus van der Made voor de eerste keer is verbouwd en uitgebreid. Omdat er vóór de bestaande kerk eigenlijk geen ruimte was om de toren te bouwen, heeft men waarschijnlijk het water van de Oude Delft op die plaats omgelegd om ruimte te creëren. De toren van de oude kerk is vervolgens half op een zandrug en half op de gedempte gracht gebouwd. Door inklinking van de grond ter plaatse van de gedempte gracht begon de toren al tijdens de bouw scheef te zakken. In de toren is ook een knik te zien; doordat de toren al tijdens de bouw scheef stond, heeft men recht verder gebouwd op een scheve basis. Door de eeuwen heen heeft de ‘scheve jan’ menig stedeling verontrust. In 1843 besloot de 'Raad der stad Delft' dat de ‘scheve jan’ — uit angst voor instortingsgevaar — tot aan het dak van de kerk moest worden gesloopt. Lokale aannemers hebben toen kunnen voorkomen dat dit besluit daadwerkelijk werd uitgevoerd. De 75 meter hoge toren staat tegenwoordig 1,96 meter uit het lood.

Op 3 mei 1536 tijdens de Delftse stadsbrand, die vermoedelijk door blikseminslag in de toren van de Nieuwe Kerk ontstond, raakte de kerk zwaar beschadigd. Onder meer de spits moest vervangen worden.
In 1872 werd deze spits, opnieuw na een blikseminslag, vervangen door de huidige naar een ontwerp van Pierre Cuypers.
Tijdens de invoering van de protestantse Reformatie viel de Nieuwe Kerk toe aan de gereformeerden. Het katholieke interieur en de deels zeer kostbare altaren, kerkbanken en biechtplaatsen werden tijdens de beeldenstorm verwoest.
In 1654 raakte de Nieuwe Kerk opnieuw zwaar beschadigd; deze keer door de Delftse donderslag, een ontploffing in het Delftse kruithuis, destijds gevestigd aan de Paardenmarkt.

Bron: wikipedia